Hoera, de Turteltaks is weg! Maar halen we de klimaatnorm nog?
De rekening klopt, zei de Vlaamse regering toen ze deze week bekendmaakte dat de Turteltaks teruggeschroefd wordt van 100 naar 9 euro. Al dreigt Vlaanderen nu de klimaatnorm voor duurzame energie te missen. 'Als we één vleermuis belangrijker vinden dan een windmolen, geraken we er nooit.'
Hoera, de Turteltaks is weg! Maar halen we de klimaatnorm nog? (De Tijd - 30 september 2017)
'Mooi staaltje technologie, niet?' Ben Simons klopt eens tegen de betonnen wand en kijkt omhoog naar de windturbine die 160 meter boven ons uittorent. 'Die wieken zelf al zijn bijna even hoog als de Antwerpse kathedraal.' We staan aan het Delwaidedok in de Antwerpse Haven, waar Vleemo, het bedrijf dat Simons bijna twintig jaar geleden oprichtte, al dertig windturbines operationeel heeft. Simons is trots, maar ook gefrustreerd. Hij wijst op de ruime omgeving rondom ons.
'Allemaal open ruimte tussen de havenbedrijven. Hier zouden we nog zestig tot honderd installaties kunnen bouwen. Maar we botsen op een muur bij de administratie.' Zijn collega Jan Winters somt de hinderpalen op die bij de bouw van windturbines in de haven opduiken: hoogspanningslijnen, pijpleidingen, Seveso-installaties. 'Weet je dat we onze wieken zelfs verwarmen, zodat er in de winter geen ijsbrokken kunnen afvallen?'
Maar de grote hinderpaal voor nieuwe windturbines in de haven ligt elders, bij een paar bruine kiekendieven. 'Je zou denken dat dit een groot industrieterrein is? Niets is minder waar. Hier liggen talloze habitat- en vogelrichtlijngebieden, die dan nog eens verbonden worden met corridors. Dat legt alles stil. In de VS en Canada hebben ze eens berekend dat daar jaarlijks 251.000 vogels sterven door windturbines. Dat is een vijftal per windmolen. Terwijl katten er 2,6 miljard opeten. Waar maken we ons dan druk over?'
Simons en Winters zijn blij dat de Vlaamse regering deze week een oproep heeft gedaan aan bedrijven en particulieren om extra inspanningen te leveren om in 2020 de normen voor groene energie te halen. Minister van Energie Bart Tommelein (Open VLD) verwees daarbij expliciet naar de windturbines in de havens van Antwerpen en Zeebrugge. 'Maar voor 2020 moet hij niet op ons rekenen: de windmolens die we dit jaar bouwen, zijn we beginnen plannen in 2008. Zelfs als alles goed gaat, moet je rekenen op minstens vijf jaar voor een windturbine er staat. En dan hebben we nog niet eens last van actiecomités zoals in de rest van Vlaanderen.'
Klimaatnorm
In de Septemberverklaring begin deze week kondigde minister-president Geert Bourgeois (N-VA) fier aan dat de energieheffing van 100 euro, de zogeheten Turteltaks, teruggeschroefd wordt naar 9 euro. De oppositie schreeuwde moord en brand, maar Tommelein haalde alles uit de kast om aan te tonen dat de rekening klopt. Wel moest hij toegeven dat Vlaanderen er volgens de huidige prognoses niet in zal slagen de afgesproken normen voor duurzame energie te halen in 2020. Na zeven jaar lang onderhandelen tussen de gewesten is bepaald dat Vlaanderen 10,34 procent van zijn energieproductie uit duurzame bronnen moet halen. Vandaag zitten we aan iets meer dan 6 procent. Om de kloof te dichten lanceerde de Vlaamse regering vorig jaar een energieplan, dat onder meer bepaalde dat we 6,4 miljoen zonnepanelen en 280 windmolens extra nodig hadden.
Maandag moest Tommelein toegeven dat we zelfs met die plannen wellicht nog een gat van 5 procent hebben. In technische termen: we komen 1.400 gigawattuur per jaar tekort, wat overeenkomt met het verbruik van 400.000 gezinnen. Het gat is er vooral gekomen doordat de geplande biomassacentrales van Langerlo en Gent geschrapt zijn. Maar, zegt Tommelein, we halen het als iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. 'Ook alle burgemeesters die zich tegen windmolens verzetten. Ook alle mensen die zeggen dat ze geen goesting hebben om zonnepanelen te leggen', zei hij in het Vlaams Parlement. Hij rekende het zelfs voor: met 150 extra windmolens en 3 miljoen zonnepanelen halen we de norm.
Maar klopt die rekening? En hoe realistisch is die extra inspanning? Die vraag leggen we voor aan Bram Claeys, de directeur van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE), de sectorvereniging van de producenten van hernieuwbare energie. Zijn eerste bevinding sluit aan bij de frustraties van Vleemo in de Antwerpse haven: extra windmolens binnen drie jaar zijn geen optie. 'Je krijgt ze gewoon niet op tijd gebouwd.' Claeys maakte dan maar een simulatie zonder extra windturbines. Om de kloof te overbruggen hebben we 55.000 extra warmtepompen en 120.000 nieuwe installaties van zonnepanelen nodig.
Warmte en zon
Hoewel de 22.000 warmtepompen in Vlaanderen op dit moment slechts goed zijn voor 4 procent van onze productie van duurzame warmte, verwacht de sector veel van die technologie. 'De energienormen voor nieuwe woningen zijn zo streng geworden, dat we er mogen van uitgaan dat de meeste nieuwe huizen een warmtepomp zullen hebben,' zegt Claeys. Maar hoe realistisch is een cijfer van 55.000 als je weet dat er in Vlaanderen vorig jaar slechts 14.500 bouwvergunningen voor huizen uitgereikt zijn? Claeys beseft dat het moeilijk wordt. 'Om echt een sprong voorwaarts te maken, moet je inzetten op grote warmtepompen voor appartementen of kantoren en warmtenetten die hele wijken van groene energie voorzien. Maar daarvoor heb je extra geld van de overheid nodig. Dat ontbreekt nu de energieheffing zo drastisch verlaagd is.'
Meer heil verwacht de sector van zonne-installaties. In het oorspronkelijke plan van de Vlaamse regering wordt er al vanuit gegaan dat er tegen 2020 6,4 miljoen zonnepanelen bij komen. Maar om het nieuwe gat te vullen, zouden daarbovenop nog 1,9 miljoen panelen extra gelegd moeten worden, rekent Claeys voor. Hoe realistisch is dat? 'Toen de groenestroomcertificaten in 2012 wegvielen, verzeilde de markt in een grote crisis. Maar het jongste jaar zitten zonnepanelen weer in de lift. Zelfs zonder subsidies zijn zonnepanelen al na acht jaar terugbetaald', zegt Claeys. Maar of Tommelein met zijn oproep tot verantwoordelijkheid de komende drie jaar plots 120.000 gezinnen zal overtuigen, is zeer de vraag. Daarom wil de minister van Energie ook de aanleg van grote zonneparken stimuleren. Hij verhoogt de steun voor die parken, zodat bijvoorbeeld gezinnen die via een coöperatie willen beleggen in de zonnedaken op een school, sporthal of winkel een rendement van 4 tot 6 procent kunnen krijgen. De duur van de steun wordt wel teruggeschroefd van vijftien naar tien jaar. Maar de hogere voorgespiegelde rendementen zullen een extra boost geven, voorspelt Tommelein.
2030
Bijkomende windmolens krijg je niet op tijd gebouwd, warmtepompen zullen het verschil niet maken en de extra groei in zonnepanelen lijkt optimistisch hoog ingeschat: de kans is dus groot dat Vlaanderen de norm in 2020 niet haalt. Tommelein houdt al rekening met een alternatief: sommige Europese landen zullen boven de norm zitten en Vlaanderen kan die overschotten opkopen om het tekort aan te vullen. Bij ODE hebben ze berekend hoeveel dat zou kosten: 28 miljoen per jaar. 'Op zich lijkt dat niet veel', zegt Claeys. 'Maar je houdt er beter rekening mee dat nog landen overschotten zullen inkopen, zodat de prijs zal stijgen. De rekening kan dus oplopen.'
Iedereen in de sector is het erover eens dat 2020 slechts een voorproefje is van wat ons nadien te wachten staat. 'Als we nu al de norm niet halen, hoe kunnen we dat dan tien jaar later?,' vraagt Geert Palmers van het advies- en softwarebedrijf 3E zich af. Europa stelt 27 procent hernieuwbare energie als doel voor 2030. Concrete normen voor individuele landen zijn er nog niet, maar er circuleren al cijfers van 18 of 19 procent voor België. Als we dat willen halen, moeten we een tandje bijsteken, zegt Palmers. 'Je moet daarbij niet alleen de teller, maar ook de noemer aanpakken. En drastisch minder energie verbruiken. Van enkel nieuwbouw zal het niet komen: de vernieuwingsgraad van gebouwen is slechts 1 procent. Maar met nieuwe technologie kan je tot 40 procent besparen in oude gebouwen. Voor een gemiddeld kantoor van 10.000 m² betekent dat het equivalent van 400 dieselwagens die je van de weg haalt.'
De grote knoop die we eindelijk eens moeten doorhakken, is de sluiting van de kerncentrales, zegt Palmers. 'Elke regering wentelt zich in werkgroepen en studies, maar uiteindelijk is nog niets beslist. We moeten die bittere pil eens doorslikken, want uiteindelijk zijn die centrales het grote obstakel voor de investeringen in groene energie.' De kerncentrales, die al lang afgeschreven zijn, houden de stroomprijzen kunstmatig laag, zodat duurzame alternatieven niet concurrentieel zijn. De onzekerheid houdt veel projecten tegen, zeggen experts.
Christophe Degrez, de CEO van Eneco België, wijst op nog een probleem. 'Je kan de kerncentrales niet afschakelen. En net voor groene energie, waarbij veel wind of zon grote pieken en dus onevenwichten op het netwerk genereert, is dat belangrijk. Want in feite is het debat over x aantal windmolens of x aantal zonnepanelen achterhaald. We moeten nu nadenken over de volgende stap: lokale opslag van energie. Wie zonnepanelen heeft, produceert de piek van energie overdag, als niemand thuis is. Pas als je die energie thuis of in de wijk kan opslaan, zal je burgers echt kunnen overtuigen van het nut van zonnepanelen. Daarom vind ik het ontgoochelend dat het plan van Tommelein slechts 1,2 miljoen euro uittrekt voor opslag in batterijen.'
Degrez vindt het vooral wraakroepend dat al de regeringen in dit land enkel op korte termijn denken. 'Je kan met cijfers zoveel over nieuwe zonnepanelen en turbines goochelen als je wil, zonder geïntegreerde aanpak over de regio's en landen heen kom je nergens.' Dat is ook de mening van Graré. 'Tommelein legt de verantwoordelijkheid bij de burgers en bedrijven. Dat is de verkeerde houding. Net het omgekeerde zou in dit geval moeten gebeuren: het volk moet verantwoordelijkheid van de regering vragen. Anders bereiken we nooit onze doelstellingen. We gaan er nu van uit dat we het doel voor 95 procent halen. In het bedrijfsleven is het nochtans simpel. Met 95 procent heb je je doel niet bereikt. Punt.'
Onder zijn windmolen in de Antwerpse haven komt Simons tot een gelijkaardige conclusie. 'We moeten met zijn allen prioriteiten stellen.' Hij geeft het voorbeeld van een bedrijfsleider die een windturbine op een groot parkeerterrein wou plaatsen, maar van zijn plannen moest afzien omdat er een rosse vleermuis, een zeldzame soort, waargenomen werd. 'Zolang we in Vlaanderen één vleermuis belangrijker vinden dan een windturbine, halen we de klimaatnormen nooit.'